De wereldwijde journalistiek wordt gedomineerd door enkele mondiale persbureaus. De twee grote spelers zijn Associated Press en Reuters. Samen zijn zij verantwoordelijk voor de nieuwsagenda van onze planeet. Hoe groot de bureaus ook mogen zijn, ware media-imperiums inmiddels, ze proberen elkaar nog altijd af te troeven op snelheid. Zo stelde een topman van een groot internationaal persbureau onlangs vol trots dat hij zijn grote concurrent met tien minuten had verslagen bij een belangrijke scoop. Deze drang om de ander sneller af te zijn zorgt er voor dat er niet tot weinig wordt nagedacht over wat de bureaus voor nieuws de wereld inslingeren. Gevolg is dat alle nieuwsmedia soortgelijke informatie presenteren en veelal dezelfde invalshoek hanteren. Zo worden er in Irak vooral dode soldaten geteld en bijvoorbeeld veel minder aandacht besteed aan de ontwikkeling van kinderen in dit chaotische en verscheurde land.
Gelukkig is er een alternatief. Ook een wereldwijde speler, zij het van een beperkter formaat. En laat dat nou net de plek zijn waar ik, in navolging van enkele andere communicatiewetenschapstudenten, stage ga lopen. Met een klein budget, dominante concurrenten en weinig aandacht van de nieuwsmedia is het voor Inter Press Service niet makkelijk om mensen de andere kant van het nieuws te laten zien. Dat blijkt alleen al uit het kantoor waar ik terecht ga komen. Een bedompt kamertje, ergens in het enorme VN-gebouw aan forty-second street, met drie bureaus en minimale middelen. Daar ga ik, samen met twee collega-redacteuren, een stem proberen te geven aan bronnen uit ontwikkelingslanden en NGO’s.
Via deze blog houd ik jullie op de hoogte van het reilen en zeilen binnen IPS en de VN.