Je zou door de actualiteiten wellicht anders vermoeden, maar het gaat best aardig met de Nederlandse kranten. Neem al dat NRC-papier: in 2011 goed voor 4,7 miljoen euro winst. Ja, een miljoenenwinst. Voorlopig maken kranten hun aandeelhouders heel gelukkig.
Maar in ons voorland vallen kranten wel bij bosjes om. Afgelopen vrijdag was ik op bezoek bij de beroemdste van allemaal: The New York Times. Op de redactievloer zag ik de cubicles die zo mooi waren vastgelegd in Page One (2011). Om de paar meter zat een beroemdheid driftig te tikken. Op de ‘executive floor’, tien verdiepingen hoger, een panoramisch uitzicht op de westzijde van Manhattan. Bij de linkerwand verzoop een houten bureautje in de enorme weelde van de directeurenreceptie. ‘Uit 1839’, stond erop. De allereerste hoofdredacteur had aan dat bureau de allereerste Times gemaakt. Prachtige geschiedenis, die binnenkort misschien definitief is. Want de meest prestigieuze krant ter wereld draaide in 2011 39,7 miljoen dollar verlies. Auw. Paniek!
Ze beginnen daar te voelen wat al minstens een decennium bezig is: concurrentie van nieuwe publicaties. Sites als Politico en The Huffington Post streven kranten qua publiek, urgentie en agendasetting regelmatig voorbij. De Pulitzers gaan niet meer automatisch naar Eight Avenue. In de VS draaien kranten voornamelijk op advertenties, maar Facebook en Google snoepen al het advertentiegeld weg. Hun verdienmodellen zijn niet eeuwenoud en werken uitstekend. Daarom is The New York Times begonnen met een ‘digital first’-strategie. De nieuwemedia-afdeling wordt uitgebreid, journalisten die niet met Twitter en HTML overwegkunnen, komen alleen bij hoge uitzondering nog binnen en een slimme paywall laat inmiddels een half miljoen digitale abonnees door. Tablets worden steeds goedkoper, Amazon bracht onlangs een nieuwe tablet voor 150 euro uit. Papier gaat dood, weet The New York Times. Digitale advertentie-inkomsten stegen vorig kwartaal met 10 procent, de papieren daalden met acht.
In Nederland baden kranten met hun vele abonnees nog in weelde. Ook is het in dit kleine taalgebied veel moeilijker om een online concurrent op te richten. Maar die tablets worden ook naar ons verscheept. Van mijn generatie lezen mensen nog maar een kwartier per week de krant. De toegangspoort tot de wereld is voor jonge mensen niet langer een dagblad, maar Facebook. Die miljoenenwinsten komen bij een generatie vandaan die met kranten is opgegroeid. De gemiddelde lezer van nrc.next is 42 jaar oud. Onze verwende kranten moeten niet zoals hun Amerikaanse collega’s wachten tot de inkomsten uit papier opdrogen. Ze zouden hun miljoenenwinsten moeten steken in echte, échte, investeringen in een digitale toekomst. Behandel internet niet langer als een ondergeschoven kindje en gebruik die eeuwenlange ervaring om de journalistiek de toekomst in te loodsen.
PS. Elke twee weken verstuur ik een nieuwsbrief. Meelezen? Geef je hieronder gratis op: