Voor de VPRO en De Correspondent presenteer ik samen met de geweldige Marian Cousijn een talkshow over kunst: Artfest. We voeren kunstgesprekken zonder bewijsdrang.
De laatste editie ging over kunst die ophef veroorzaakt (vandaar die kunstdildo’s op tafel).
Er schoof een kunstenaar aan die bijna als een soort oorlogsjournalist te werk gaat.
Ronald Ophuis schildert dingen waar je niet geconfronteerd mee wilt worden, zoals groepsverkrachtingen en moordpartijen.
Waarom? Om de pijn die er op de wereld is te kunnen verwerken. Hij wil dat wij – als afgestompt mediapubliek – echt kunnen voelen waar de mens toe in staat is. En dus niet een nieuwsberichtje over een burgeroorlog lezen, even ‘erg zeg’ denken, en dan de bladzijde weer omslaan.
Nee, Ophuis wil dat we nadenken waarom mensen elkaar verschrikkelijke dingen aandoen.
Zo gaat hij te werk:
- Hij reist naar een gebied waar het oorlog was – zoals Sierra Leone – en interviewt slachtoffers én daders (‘Wat deden jullie met de vrouwen na de verkrachtingen?’)
- In zijn atelier laat hij acteurs de verhalen die Ophuis hoorde naspelen. Die fotografeert hij. Dit is zijn ‘schetsproces’. Daarna schildert hij.
Ik bewonder Ophuis enorm om hoe hij zijn verschrikkelijke werk in dienst stelt van de maatschappij én hoe zorgvuldig hij erover vertelt.