Neuroloog Oliver Sacks (1933 – 2015) schreef wereldberoemde boeken waarin hij complexe medische problemen begrijpelijk verwoordde voor een groot publiek. Dankzij hem hebben miljoenen mensen een beter begrip van aandoeningen als Gilles de la Tourette, migraine en Parkinson.
Sacks had er achttien boeken voor nodig om dat te bereiken.
In zijn autobiografie On the move (2015) vertelt Sacks hoe hij zijn schrijftijd bewaakte:
‘Ik heb een notitie opgehangen in mijn huis op City Island om mezelf eraan te herinneren om uitnodigingen af te slaan zodat ik schrijftijd kan behouden.’
Zo zag dat bordje eruit:
Mede geïnspireerd door Sacks heb ik overal in mijn kantoor briefjes als reclame voor een goed leven.
In mijn dagboek zit een bladwijzer met de tekst ‘het is een avontuur’, de achtergrond van mijn telefoon toont een citaat over vaderschap, in mijn broekzak zit een muntje met daarop de tekst ‘memento mori’ en naast mijn bureau hangt een prikbord met daarop mijn favoriete werkmotto’s (zoals Hemingway’s ‘the first draft of anything is shit’ en ja, ook ‘nee!’) plus een cartoon van Tim Urban die me eraan herinnert dat er niemand met mij bezig is:
Met het risico dat ik mijn particuliere eigenaardigheid opfluf tot een maatschappelijke observatie: ik denk dat het cruciaal is om in een wereld vol afleiding je aandacht te richten op wat je waardevol vindt.
Ik herinner mezelf eraan dat ik geluk niet vindt in bezit, om niet te vallen voor een verleidelijke reclame.
Ik herinner mezelf eraan om dankbaar te zijn voor wat ik heb, als ik op Instagram jaloezie voel.
Ik herinner mezelf eraan dat je niet ‘in de stemming hoeft te zijn’ om goede stukken te kunnen schrijven, als ik tijdens een moeizame schrijfsessie mijn mail wil checken ter afleiding.
Als ik eerlijk ben, voelt het af en toe compulsief, al die briefjes gericht aan mezelf. Kan ik niet lekker met het moment meedeinen? M’n ‘energie volgen’? In ‘het moment’ zijn? Gewoon leven!
Dat klinkt in eerste instantie aanlokkelijk en ergens wel wijs. Maar als ik langer over nadenk, kom ik tot de conclusie dat het ook naïef is.
Ik denk dat wanneer je maar gewoon meedeint, je de hele tijd wordt afgeleid van wat het leven echt de moeite waard maakt.
Neem sociale media, de tijdspons van ons leven. Die platforms zijn niet ontwikkeld om ons gelukkig te maken of op het verdiepen van relaties, maar op het consumeren van content waar die bedrijven zoveel mogelijk geld aan verdienen. Duizenden developers en ontwerpers hebben erover nagedacht hoe ze je daar zo verslaafd mogelijk aan krijgen.
In de roman Brave New World van Aldous Huxley is de elite verslaafd aan soma. Een drugs die je een gelukzalig gevoel geeft, maar je tegelijkertijd ontneemt van elke aandrang tot initiatief.
We zijn omringd door soma-aanbieders.
Als je niet telkens stilstaat en jezelf terugcorrigeert naar wat je belangrijk vindt, wordt je meegezogen in een maalstroom van activiteiten die je nooit voldoening geven, maar waar een ander geld aan verdient.
Als je besluit de strijd met jezelf aan te gaan en minder tijd door te brengen op sociale media, en in plaats daarvan meer aandacht schenkt het voeren van goede gesprekken of het beoefenen van een andere activiteit je een diepe voldoening geeft, dan kies je voor een goed leven.
Jezelf constant herinneren aan wat je waardevol vindt, is inherent betekenisvol. Het geeft richting en het zorgt ervoor dat je leeft naar je waarden.
Het lijkt me niet iets om in je laatst dagen spijt van te krijgen. Eerder iets om, net als Sacks in zijn autobiografie, trots op terug te kijken.
✍️ Lees ook: Neuroloog Oliver Sacks over het plezier van schrijven