Vanavond las ik een stuk over boutique-zoekmachines en kreeg ik zin om zelf weer een curatieplatform te bouwen.

Want:

  • Ik vind dat we als mensen te veel bezig zijn met wat nieuw is in plaats van tijdloos. Voorbeelden:
    • Waarom zou je naar de bestsellerlijsten kijken als je romans kunt lezen die al tientallen jaren mensenlevens veranderen?
    • Waarom is elk journalistiek initiatief gericht op nieuwe stukken produceren in plaats van structureel orde scheppen in chaos? (meer daarover hier)
  • Als mensen ergens veel vanaf weten, geniet ik van het enthousiasme waarop ze die kennis kunnen delen en van hoe waardevol hun aanbevelingen vaak zijn.
  • Ik houd van opruimen en organiseren. Niet alleen thuis of in mijn tweede brein, ook samen met anderen binnen een gedeelde interesse.
  • AI-taalmodellen unlocken allemaal nieuwe mogelijkheden in de missie om het web te organiseren.

Daarom heb ik tien jaar geleden al eens een jaar van m’n leven aan internetcuratie gespendeerd. Op Brainsley kon je binnen je expertise(s) interessante links delen naar tijdloze content. Zag er zo uit:

Brainsley was een beetje naïve poging, want:

  • We kozen geen specifieke niche, wilden meteen het hele internet organiseren.
  • We hadden geen bestaande community en moesten dus tegelijkertijd een community en een product bouwen.
  • We hadden geen platformfunctie. Het was één netwerk voor iedereen. Iedereen moest in dezelfde mal.
  • Mede daardoor was de toepasbaarheid vrij nauw: je kon alleen maar artikelen delen, terwijl communities misschien behoefte hadden aan het delen van specifieke producten of fragmenten (ik noem maar wat).
  • We hadden nog geen slimme taalmodellen die je in een handomdraai kunt gebruiken.

Wat voor curatieservice je nu kunt bouwen

Een platform waarmee communities hun eigen curatie-omgeving kunnen aanmaken en onderhouden (zoals je met Slack een eigen chatomgeving kunt starten). Want:

  • Een community weet zelf het beste wat voor database het nodig heeft.
  • Veel schaalbaarder, waardoor je meer mensen en communities helpt.
  • Als verdienmodel kun je op community-niveau laten betalen. Omdat de curatie-omgeving waarschijnlijk waarde vertegenwoordigd voor de initiatiefnemers, heb je een grotere kans dat zij betalen dan bij individuele gebruikers.

Over verdienmodel: géén advertenties. Als je aandacht te koop zet, lijdt de betrouwbaarheid van aanbevelingen daar per definitie onder. Ook kan er systeemrot ontstaan. Denk aan alle content farms die het internet vervuilen omdat je er via SEO geld mee kunt verdienen.

Belangrijke features:

  • Gebruikers kunnen binnen hun community zelf categorieën beginnen en daarbinnen aanbevelingen delen.
  • Een reputatiesysteem. Om de betrouwbaarheid te vergroten en de incentive voor gebruikers om er tijd in te steken. Eventueel te koppelen aan een token-systeem voor beloning.
  • Discussie-omgeving per aanbeveling/ gedeeld item. Voor de levendigheid van de community en voor extra input voor….
  • .. een chatbot als zoekfunctie. Als je iets nodig hebt binnen de community, vraag je dat aan een taalmodel. Dat geeft in natuurlijke taal antwoord.

Inhoudelijk voordeel chatbot: minder gedoe met taxonomie

Dat taalmodel is fijn voor de gebruiksvriendelijkheid. Het lost ook een inhoudelijk kwaliteitsprobleem op: dat van ingewikkelde en abstract-aandoende taxonomieën.

Elke curatieservice heeft het als uitdaging: hoe organiseer je de data? Door taalmodellen hoef je bijvoorbeeld niet meer met van die generieke plus/min-systemen te werken als bij bijvoorbeeld Bol.com-recensies:

Het zorgt voor veel waardevollere aanbevelingen als een gebruiker precieze en natuurlijk taal kan gebruiken, in plaats van de belemmerende mal van een syntax. Het is ook veel leuker om zo te schrijven. Gebruikers kunnen gewoon met elkaar discussieren. Het taalmodel haalt er vervolgens de essentie wel uit.

Dit is echt een gamechanger ten opzichte van 2012 (of een half jaar geleden, haha).

Aanhaken op een bestaande community

Je zou het product moeten ontwikkelen met een actieve community. Daardoor leer je sneller wat de behoeftes zijn. Bij succes kunnen tevreden community-leden vervolgens het platform promoten in andere communities waar ze actief zijn.

Nog beter is het om een type community als model te nemen, zodat het platform daarna kan groeien binnen een bepaalde niche (zoals Facebook in de prehistorie meeliftte op universiteiten). Zeg: podcastcommunities.

Alexander en ik zouden dit platform bijvoorbeeld kunnen bouwen met de community rond onze podcast POM.