Categorie: Toekomst van media

Kranten zijn dode bomen en alle bloggers amateurs. Op talloze journalistiekblogs voeren die twee partijen hevige discussies over de toekomst van hun gedeelde vak. Ik vind dat ze beter de krachten kunnnen bundelen. Breng het beste van de twee werelden samen en experimenteer vanuit je journalistieke waarden met nieuwe intiatieven. Zie dit katern als een notitieboekje waarin ik goede voorbeelden in vastleg.

  • Hoe media cynisme kunnen bestrijden ✊

    Filosoof Coen Simon gaf onlangs een indrukwekkende speech over de deplorabele toestand van de parlementaire pers die van politieke verslaggeving een soap hebben gemaakt en alleen maar speuren naar uitglijders van politici.

    “Het kwalijke is dat het feitelijke en inhoudelijke functioneren van een parlementaire democratie op deze wijze aan het oog onttrokken wordt door politici voor te stellen als figuren die niets anders doen dan de kaarten tegen hun borst houden. Hoe zij aan hun kaarten komen en welke beslissingen zij tijdens het spel moeten nemen – daar brandt de journalist liever zijn vingers niet aan.

    Coen Sjmon

    Terwijl burgers aan dat soort verslaggeving veel meer zouden hebben (want: meer inzicht in hoe hun land bestuurd wordt).

    Bovendien is het cynisme waar zulke verslaggeving onvermijdelijk toe leidt gevaarlijk. Want: minder betrokken burgers zorgt voor een slechter functionerende democratie.

    Ik moest daardoor denken aan een van de beste technologieverslaggevers die ik ken

    Ben Thompson is zijn naam, Stratechery zijn winstgevende en zelfstandige medium. Thompson volgt de technologiesector, dus niet de politiek, maar toch valt er in Den Haag een hoop van hem te leren.

    In deze podcast vertelt Thompson hoe hij nooit mee wil doen aan het afzeiken van ogenschijnlijke domme beslissingen van Apple, Microsoft en andere bedrijven.

    Geparafraseerd:

    ‘Er werken daar mensen die minstens net zo slim zijn als ik, en vaak slimmer. Die hebben écht wel logische beweegredenen voor hun soms ongelukkige beslissingen. Ik vind het daarom veel waardevoller als ik die probeer te doorgronden’.

    Ben Thompson

    Opeens begreep ik waarom ik zijn blog zo waardevol vond. Door zijn empathische verslaggeving word ik niet meegesleurd in het gemakzuchtige narratief van een hype, maar krijg ik veel meer begrip van de extreem ingewikkelde situaties die Thompson beschrijft.

    Obama sprak zich onlangs uit over constructieve journalistiek

    You as journalists are gonna have a role to play to reduce cynicism’, zei hij in een antwoord op een vraag over wijdverbreid cynisme van een studentenverslaggever.

    (van 4:54 tot 6:20)

    Ik zie dit als een oproep om niet alleen maar gemakzuchtig te vertellen hoe klote de wereld is, maar om proberen te doorgronden waarom die zo is gekomen, én hoe het beter kan, en soms al gaat.

  • Ik schrijf vaak over de afhankelijkheid van platforms. Ja, je krijgt als publicatie enorm veel bezoek via Facebook, maar tegelijkertijd neemt Facebook de relatie met je publiek over. Hoe kun je die band met lezers behouden? Bij De Correspondent doen we dat bijvoorbeeld met de expertdiscussies.

    Afgelopen donderdag gaf ik een lezing op het jaarlijkse congres van drukkerij Senefelder Misset. Daar hoorde ik de mensen achter Runner’s World en Allerhande twee mooie voorbeelden noemen van hoe je het contact met je publiek kunt behouden. Ter inspiratie!

    Runner’s World als service: vind zoveel mogelijk foto’s van jezelf terug

    Elke hardloper wil na een wedstrijd zoveel mogelijk beeldmateriaal terugzien. Ik analyseer mijn finishfilmpjes altijd minstens 30 minuten ;-).

    Runner’s World speelt daar slim op in door dezelfde dag persoonlijke magazines voor alle deelnemers te maken. Dit weekend gaan ze daar nog een stapje verder mee en lanceren ze SplitSecond. Daarmee combineren ze de locatie- en tijdsdata uit je hardloopapp met de locatie- en tijdsdata van foto’s die aan de kant het parcours werden genomen. Zo krijg je niet alleen de officiële foto’s te zien, maar ook onverwachte kiekjes van amateurs.

    SplitSecond-in-663-

    Mooi voorbeeld van hoe je als publicatie een service kunt leveren aan je lezers. Reken maar dat dit voor binding met het blad zorgt!

    Allerhande als service: WhatsAppen tijdens het koken op de kerstdagen

    Allerhande is een blinde vlek in mijn nieuwsbrief. Ik jubel de hele tijd over messaging-experimenten uit Amerika en China, blijken we in Nederland ook een mooi voorbeeld te hebben.

    Tijdens de kerstdagen zaten er tien redacteuren van Allerhande klaar om per WhatsApp vragen over het koken te beantwoorden. Een prachtig voorbeeld van hoe messaging voor een band met je publiek kan zorgen.

    Ironisch genoeg vond deze binding helemaal plaats op platforms (Facebook & WhatsApp). Maar het persoonlijke contact met de redacteuren zorgt natuurlijk voor een hele goede band met Allerhande.

  • Volgens mediajournalist Felix Salmon van Fusion kun je de relatie met je publiek herstellen door met ze te chatten in programma’s als Facebook Messenger en WhatsApp.

    Een collega van Salmon beschrijft hoe dat in China al gebeurt en ‘dat het heel persoonlijk voelt’. Daar hebben in het chatprogramma WeChat (half miljard gebruikers p/d) individuele journalisten samen meer volgers dan de nieuwsmerken waar ze voor werken.

    Het chatten met lezers werkt als volgt:

    • De journalist kan één keer per dag een update naar al zijn volgers sturen;
    • Vaak doet hij dat op een vast tijdstip, om een gewoonte van de lezer te worden;
    • Lezers kunnen wanneer ze willen berichtjes sturen naar de journalist, alsof ze met een vriend chatten;
    • De journalist kan zo vaak als hij wil berichtjes naar individuele lezers sturen.

    Ik vermoed dat je als journalist een leger aan assistenten nodig hebt om alles te kunnen lezen en beluisteren. Of je moet je er gewoon bij neerleggen dat je meer mist dan je ziet, en dat vooral draait om het persoonlijke gevoel.

    Zakensite Quartz is trouwens het eerste westerse medium dat in de voetsporen van Wechat treedt.

  • Wat we van een nieuwe krant willen

    Superman heeft zijn krant verlaten, net als vrijwel alle Nederlanders tussen de 20 en 35 jaar oud. Die lezen gemiddeld nog maar een kwartiertje per week een dagblad en de jongste krant van Nederland bedient een lezer met de gemiddelde leeftijd van 42 jaar. Kranten baden over vijf jaar in een bloedbad, omdat de papieren inkomsten steeds minder worden en er nooit serieus geïnvesteerd is in vernieuwing.

    Jammer voor hen. Nog erger voor ons. Wat komt er voor in de plaats? Wat willen wij van journalisten? Hier een aanzetje. Gebaseerd op tientallen gesprekken met generatiegenoten (in leeftijd of geest). Vul ‘m aan. Doe ermee wat je wilt.

    Minder

    We willen geen papieren schuldgevoel op de deurmat. Geef ons zo min mogelijk. We willen geen krant die elke dag met frisse tegenzin een paar pagina’s bladvulling produceert. We hebben de krant niet meer nodig om verveling te bestrijden. Tijd doden lukt wel met de telefoon, daar hebben we geen dagblad voor nodig. We willen de bare essentials.

    We willen een krant die zo gericht mogelijk haar taak vervult en zo min mogelijk van onze tijd vraagt. De nieuwe krant moet een dagelijkse fix voor ons worden, een medicijn tegen de oppervlakkigheid die ons in een door beeldvorming gedomineerde maatschappij tegemoet komt. We willen een shot dat we tot ons móéten nemen om de wereld te kunnen begrijpen.

    Twijfel

    Een goeie krant zaait twijfel en laat ons zien dat de wereld ongrijpbaar is. Als iets nog bij de redactie onbekend is, of als de redactie er qua analyse of moreel oordeel niet uitkomt, willen we dat weten. Een orakel bestaat niet, niemand weet hoe de wereld precies in elkaar steekt, en een krant die dat elke dag durft toe te geven, is een geloofwaardige en eerlijke gids. Share your learning curve, zoals Joris Luyendijk het in 2011 verwoordde:

    Expliciet

    We willen niet meer zelf uitvinden waarom we iets moet lezen. We moeten hele dag al beslissingen nemen. ‘Moet ik wel of niet op die Facebook-notificatie klikken? Start ik wel of niet Twitter op? Ga ik nu Angrybirds spelen of Dostojevski lezen? Moet ik wel of niet op dit whatsappje reageren? Pak ik nu.nl/achterklap met ontbijt al mee, of wacht ik tot de lunch?’ Subtiliteiten passen niet meer in dit medialandschap. Die verzuipen in de herrie. Van alle informatie moet de noodzaak direct duidelijk zijn. Daarom moeten alle schrijvers van de nieuwe krant de schroom die bij gedegen nieuwsverhalen schrijven hoort van zich afwerpen en ons direct en doelgericht informeren. ‘Dit is de moeite waard, want’, ‘Ik word hier kwaad om, want’, ‘Deze ontwikkelingen mag je niet missen, want’. We willen dat de journalist zijn missie en drijfveren altijd expliciet maakt, zodat we altijd weten waarom het stuk onze tijd, aandacht en geld waard is.

    Open

    De informatie die in de krant verschijnt, is vrij. Abonnees mogen stukken doorsturen. Niet-abonnees kunnen de stukken gratis op de site lezen. Informatie laat zich niet inperken, wil vrij zijn. Je kan niet tegen oerbehoeften vechten. Als wij iets bijzonders zien, willen we het delen. We laten ons niet hinderen door een muur, het ontbreken van een copy/paste-functie. Dan maken we wel een screenshot, of een foto van het scherm zelf, als het nodig is. Als we maar kunnen delen wat ons raakt. Een slimme krant vecht daar niet tegen, een slimme krant probeert het voor zich te laten werken.

    Gemak

    We willen best betalen voor gemak. Voor dagelijkse digitale bezorging in een mooie app. Na acht keer gratis een fantastisch stuk te hebben gelezen, willen we onderdeel uitmaken van de club waar die stukken vandaan komen. Lid worden. Abonnee. We willen verrast worden door onze krant. Door haar ledenvriendelijkheid. Als we een probleem hebben met de krant, wordt dat opgelost op een manier die onze verwachtingen overtreft. De krant geeft om ons. Neemt ons serieus. Ziet ons als haar bestaansrecht. Is nederig.

    Bijdragen

    We stellen allemaal ons leven in dienst van een expertise, een vaardigheid. Daar zijn we goed in, daar werken we elke dag aan om er beter in te worden. Dat kunnen we beter dan de generalistische redacteuren bij onze krant. Die weer verschrikkelijk goed in filteren, selecteren en verhalen vertellen zijn, maar nooit zo diep in de materie zit als wij, specialisten. Maar we willen die kennis best delen. We willen een bijdrage leveren aan het informeren van andere clubleden.

    Dus als de krant een factcheckrubriek heeft, dan willen we uitgenodigd worden om te helpen. Dan verwachten we dat de krant een tool heeft gebouwd waar alle beweringen staan die op dat moment worden gecheckt. Wij kunnen daaronder bronnen aandragen die de journalist kan helpen bij het factchecken. We willen best vragen beantwoorden, onze kennis delen. Als je het ons serieus vraagt. En zolang je maar niet die verdomde rolodex pakt waarin een groepje mensen staat die van mediacommentaartjes leveren hun beroep hebben gemaakt. Neem ons serieus, mik op onze vakkennis, en we maken samen de mooiste krant op aarde.

    Klassiek

    Tegelijkertijd willen we ouderwetse ronkende journalistiek verhalen lezen. Hunter S Thompson-style. De eenzame woeste verslaggever tussen de rebellen in de Libische woestijn. De gewiekste journalist die in nachtclubs lobbyisten ondervraagt en zo aan haar achtergrondinformatie werkt. De dossiervreters. Die klassieke journalistieke verhalen zijn nog steeds nodig. Het ouderwetse vakwerk, gegoten in een bikkelhard stuk van 1.500 woorden. Dat is een vorm van verhalen vertellen die nog niet failliet is.

    Context

    Maar we vertrouwen er wel op dat de krant nu eindelijk eens het eeuwenoude model van standaard-nieuwsverhaaltjes-produceren weggooit en de grote uitdagingen die deze chaotische tijd oproept, aangaat. We verwachten dat de krant papier vergeet en het als een heilige missie ziet de digitale mogelijkheden ten volle te benutten. We weten dat de krant programmeurs en interactie-ontwerpers net zo belangrijk vindt als journalisten, omdat zij net zo hard nodig zijn om een verhaal te vertellen. We vertrouwen erop dat de krant haar uiterste best doet om het nieuws in een context te plaatsen. Dat ze niet elke keer voorkauwt wie Assad ook al weer was, en wie zijn grootste tegenstanders zijn, maar dat ze een nieuwe vertelvorm uitvindt waarin updates en nieuwe analyses in een groter verhaal smelten. Kijk eens naar de app Circa, die de eerste stappen in die richting neemt.

    Vermaak

    Er moet natuurlijk ook wat te lachen vallen. Geef ons The Daily Show. Fokke en Sukke. Gekke columnisten die met een paar hilarische observaties de pijnpunten van onze samenlevingen bloot leggen (zoals Marcel van Roosmalen over Facebook-marketeers). Geef ons intelligent vermaak. Absurdisme. Als antidote tegen de springende sterren. Toon zelfspot. Laat een zucht van relativeringsvermogen door de krant gaan.

    Hoop

    Maar we willen vooral een oplossingsgerichte krant. De wereld gaat naar de klote. Financiële idioten drukken waarde alleen in geld uit en vreten de aardbol kaal. Gigantische naties maken een welvaartssprong en doen ook opeens een beroep op brandstoffen en luxe. Er sterven verdomme nog steeds mensen van de honger terwijl aan de andere kant van de wereld verwende consumenten tassenvol sweatshopshit bij de Primark kopen. Wat kunnen we er aan doen? Hoe kunnen we het verschil maken, desnoods alleen in onze kleine sociale omgeving? We willen een krant waar de grootste denkers, wetenschappers en doeners van onze tijd oplossingen aanreiken. Ons een schop onder de kont geven en vertellen wat we anders moeten doen. Hoe we voor zwakkeren moeten opkomen. Die ons niet vertellen hoe we moeten stemmen als we een paar treurige euro’s hypotheekrente-aftrek willen behouden, maar de politici aanwijzen die over een wereld nadenken waar over dertig jaar nog steeds mensen rondlopen. We willen een politieke krant. Een krant die ons gidst. Die durft te zeggen waar het opstaat. We willen een krant die ons wakker schudt zoals Jonathan Safran Foer dat deed met Eating Animals, Stéphane Hessel met Indignez vous! en Tony Judt met Ill Fares The Land. We willen geen struisvogelkrant die een beetje miept over partijgeneuzel in Den Haag.

    Durf

    We willen een krant die dit allemaal negeert. Die denkt: flikker op, wij bedenken zelf wel wat we je voorschotelen. Die zich net als Henry Ford, Igor Stravinsky en Steve Jobs realiseren dat wij als publiek helemaal niet weten wat we willen. Dat we vragen om een sneller paard. Maar toon in ieder geval durf. Ga aan de slag. Stop met het slappe gelul over overheidssteun, oneerlijke concurrentie, vervlakking, of papier wel of niet doodgaat, wie de advertentiemarkt domineert – het zal ons allemaal een zorg zijn. BOUW. Doe. Schijt hebben acties maken*. Hoe lang wil je verdomme nog klagend toekijken hoe zich een revolutie voltrekt? Sluit je aan. Red de kwaliteitsjournalistiek. Verras ons.

    NU.

    Naschrift (mei 2014): Wat mijn aandeel in deze strijd is? Ik probeer als uitgever van De Correspondent veel van bovenstaande ideeën werkelijkheid te maken. Misschien dat jij ook al vecht voor de toekomst van kwaliteitsjournalistiek. Laat het vooral weten in de reacties en wat je nodig hebt.

  • Wanneer steken Nederlandse kranten hun miljoenenwinst in digital first?

    Je zou door de actualiteiten wellicht anders vermoeden, maar het gaat best aardig met de Nederlandse kranten. Neem al dat NRC-papier: in 2011 goed voor 4,7 miljoen euro winst. Ja, een miljoenenwinst. Voorlopig maken kranten hun aandeelhouders heel gelukkig.

    Maar in ons voorland vallen kranten wel bij bosjes om. Afgelopen vrijdag was ik op bezoek bij de beroemdste van allemaal: The New York Times. Op de redactievloer zag ik de cubicles die zo mooi waren vastgelegd in Page One (2011). Om de paar meter zat een beroemdheid driftig te tikken. Op de ‘executive floor’, tien verdiepingen hoger, een panoramisch uitzicht op de westzijde van Manhattan. Bij de linkerwand verzoop een houten bureautje in de enorme weelde van de directeurenreceptie. ‘Uit 1839’, stond erop. De allereerste hoofdredacteur had aan dat bureau de allereerste Times gemaakt. Prachtige geschiedenis, die binnenkort misschien definitief is. Want de meest prestigieuze krant ter wereld draaide in 2011 39,7 miljoen dollar verlies. Auw. Paniek!

    (meer…)
  • Advies van Rosen: geef je lezers levels

    Vorige week hingen Ward Wijndelts en ik in een New Yorks café genaamd Amsterdam. Een man die door zijn succes in de reclamewereld verveeld was geraakt en het pad van de kunst had gekozen, gaf ons over Duits witbier advies: ‘Maak van het nieuws één groot spelletje’. “Als er verkiezingen in Turkije zijn, wil ik daar door de steden kunnen rondlopen en mensen uit verschillende lagen van de maatschappij vragen kunnen stellen”, of: “Ik wil een paar vrienden uitnodigen en dan samen een role-playing-game over Turkije spelen”.

    Vanmorgen was ik gewoon op de redactie van NRC, maar kreeg ik wéér advies van een New Yorker. Dit keer was het Jay Rosen, professor journalistiek aan New York University. En ook hij begon over games.

    (meer…)
  • Matthijs van Nieuwkerks carrière: aanvallen én eindeloos pielen

    Op de dag van het heftige Irak-debat, zit ik op een barkruk in Mediacafé De Plantage te wachten op de kroonprins der talkshowhosts. Een paar weken eerder was ik hem ’tegen het lijf gelopen’ bij de opnames van het TV Moment van het Jaar. Hij stemde in met een interview voor deze studentenpublicatie. Nu zit ik hier dus, met een glaasje water, en een notitieboekje – volgeklad met vragen waarvan ik hoop dat ze hem nog nooit gevraagd zijn.

    Een kennis, toevallig De Wereld Draait Door redacteur, slentert het café binnen. “Ik hoor dat jij een interview met Matthijs hebt”, deelt hij nonchalant mee. Om zich al snel in een gedempte vorm van enthousiasme te verliezen: “Een unicum, dat doet hij nooit. Ik zou er dus maar alles uit proberen te halen”, roept hij terwijl hij de catacomben van De Plantage opzoekt.

    (meer…)
  • Journalistiek is een lastige arbeidsmarkt. Wat kan je als student doen om toch een uitdagende baan te vinden? Hierover praat ik met Hans Nijenhuis, redactiechef van nrc.next. Een krant die veel studenten lezen. ,,Ik zoek me te pletter naar goede journalisten”.

    (meer…)
  • Ernst-Jan Pfauth interviewde de afgelopen weken de nieuwe lichting Amerika-correspondenten. We sluiten af met Diederik van Hoogstraten. Hij is correspondent voor de Volkskrant en Elsevier. Ik ontmoet hem in een café op Sixth Avenue, midtown, waar we onder het genot van Frans biertje praten over van Hoogstraten’s prachtbaan.

    ,,Soms schrik ik van de Amerikahaat die ik proef in Nederland.”

    (meer…)
  • Ernst-Jan Pfauth interviewt de komende weken de nieuwe lichting Amerika-correspondenten. Na Ron Linker en Freek Staps, komt nu Erik Mouthaan aan het woord. Hij is correspondent voor RTL nieuws. Met een kop thee van Amerikaans formaat word ik bijzonder vriendelijk verwelkomd in het verrassend grote RTL-kantoor aan 57th street, recht tegenover de studio van televisiegigant CBS.

    “Vaak kunnen we iets van Amerikanen leren”

    (meer…)
  • Ernst-Jan Pfauth interviewt de komende weken de nieuwe lichting Amerika-correspondenten. Nummer twee in een serie van vier, Freek Staps. Hij is correspondent voor het NRC Handelsblad en BNR Nieuwsradio. Ik ontmoet hem in een Italiaans grandcafé op Fifth Avenue, recht tegenover de Public Library en volgens Staps ‘één van de weinig goede cafe’s in midtown‘.

    ,,Niet elk verhaal hoeft een Jan of Koos te bevatten.”


    Waarom ben je correspondent geworden?
    ,,Een correspondentschap in Amerika is de ideale journalistieke baan, er gebeurt meer dan te schrijven valt. Verder heb je als correspondent vrijheid, je kan je eigen keuzes maken. Je hebt niet de lasten van het vak, maar wel de lusten. Bovendien gaat het om de kern van journalistiek: je bericht over gebeurtenissen vanuit een ander gebied.”

    (meer…)
  • Ernst-Jan Pfauth interviewt de komende weken de nieuwe lichting Amerika-correspondenten. Ron Linker, radio- en televisiecorrespondent voor de NOS, bijt het spits af.

    ,,Ik voel me verantwoordelijk voor hoe Nederlanders over Amerikanen denken. Mijn werk is van invloed op hun beeldvorming. Als Nederlanders vooroordelen over Amerika hebben, vind ik dat ik er niet in slaag een goed beeld te geven van het land.”

    Hoe ben je correspondent geworden en waarom?
    ,,In mei 2004 kwam binnen de NOS een plek vrij voor een correspondentschap in Amerika. Ik was destijds op vakantie in Denemarken. Toen ik solliciteerde, werd ik na één ronde meteen aangenomen. Ik had al veel ervaring in het buitenland opgedaan.

    Tijdens mijn studie zat ik in Libanon, waar ik de intifada tegen Israël heb meegemaakt. Kort na mijn studie trok Israel zich terug uit Zuid-Libanon. Ik heb later ook nog als reporter verslag gedaan van de Palestijnse Intifada. Het Midden-Oosten was echt mijn wereld. In 2000 stuurde mijn toenmalige chef mij naar de Verenigde Staten om daar verslag te doen van de presidentsverkiezingen. De strijd tussen Bush en Gore was ontzettend spannend en ik werd gegrepen door het land. Ook met 9/11 ben ik ingevlogen en heb ik verslag gedaan.

    Amerika is een heel boeiend land en zeer invloedrijk. Het is een soort icoonwereld voor Nederland maar tegelijkertijd is er ook een grote culturele kloof. De kracht van de natuur is overweldigend en de bevolking zeer gastvrij en behulpzaam.”

    Hoe bepaal je of een item geschikt is voor Nederland?

    “Dit vind ik een lastige vraag. Nieuws is nieuws. Echter, in mijn items vind ik het belangrijk om de kloof tussen Amerika en Nederland te illustreren. Toen ik bijvoorbeeld verslag deed van de schietpartij op Virginia Tech, richtte ik me onder andere op het recht op wapenbezit. Wist je dat in de staat Virginia kinderen vanaf 12 jaar een wapen kunnen aanschaffen? Met dit soort invalshoeken laat ik zien dat Amerika enerzijds heel westers is, maar het tevens op bepaalde gebieden een heel andere cultuur dan Nederland heeft.

    Daarnaast zoek ik natuurlijk naar de link met Nederland. In het schandaal rond de president van de Wereldbank, Paul Wolfowitz, zijn ook Nederlanders betrokken. Dat licht ik dan uit.

    Ook probeer ik nieuws te brengen vanuit gebieden waarover niet zo vaak bericht wordt. Zo ben ik laatst naar Alaska geweest, naar de Inuits, of Eskimo’s zoals wij ze noemen. Ik ontmoette daar een burgermeester van een plaats met 1500 inwoners, wonende in een gebied tien keer zo groot als Nederland. De bevolking bewaart walvisvlees in putten. Door de permafrost blijft dat vlees goed. Maar nu door global warming permafrost verdwijnt, hebben de bewoners geen mogelijkheid meer om het voedsel te bewaren. Zo toon je met een voorbeeld de impact van global warming aan. Dat zegt mensen veel meer dan een algemeen bericht met wat statistieken.”

    Hoe ga je te werk?
    ,,De redactie in Hilversum geeft me een opdracht, of ik kom met een onderwerp. Ik volg het lopende nieuws en probeer het zo goed mogelijk over te brengen. Ondertussen gaat mijn producer plannen, doet hij achtergrondonderzoek en bedenkt hij tevens een invalshoek. De redactie in Nederland werkt ook mee. Zo vroeg ik die bij de Virginia Tech shooting uit te vinden of op VT Nederlanders studeren en hoe we die konden benaderen.”

    Veel correspondenten werken op journalistiek vlak in hun eentje. Wat zijn jouw gedachten hierover?
    ,,Bij de NOS zijn we met twee correspondenten en een producer. We hebben dus een kleine redactie waarbinnen we kunnen overleggen en elkaars werk en ideeën beoordelen. Soms keuren we dingen van elkaar af. Het resultaat? Een product van drie personen leidt uiteindelijk tot de mooiste reportages.”

    Hoe kijken Amerikanen tegen Nederlanders aan?
    ,,Amerikanen zijn meer geïnteresseerd in Nederland dan ik had verwacht. Veel mensen zijn op de hoogte van Fortuyn, Van Gogh en Ayaan Hirsi Ali. We krijgen in de media veel meer aandacht dan een land als Denemarken. Op het gebied van Deltawerken hebben we sinds Katrina ook een goede reputatie, namelijk als grote deskundige. Verder zien Amerikanen ons als bondgenoten in de Irakoorlog.

    Tegelijkertijd hebben we natuurlijk door de softdrugs, abortus en euthanasie de reputatie als een zeer progressief land.

    En hoe denken Nederlanders over Amerikanen?
    ,,Ik voel me verantwoordelijk voor hoe Nederlanders over Amerikanen denken. Mijn werk is van invloed op hun beeldvorming. Als Nederlanders vooroordelen over Amerika hebben, vind ik dat ik er niet in slaag een goed beeld te geven van het land. Mijn doel is immers om Nederlanders op de hoogte te houden.

    Er is een grote kloof tussen Nederland en Amerika. Daarom is het af en toe moeilijk om begrip voor de andere cultuur op te brengen. Zo zei een Amerikaanse politicus na de shooting op VT: “Hadden de studenten maar pistolen gehad, dan konden ze terug schieten”.
    Tevens is Amerika veel conservatiever dan Nederland. Daarom zijn bepaalde Amerikaanse verschijnselen voor Nederlanders moeilijk te volgen. In Nederland is Bush niet populair, in Amerika stemde meer dan 50 procent van de kiezers op hem.”

    Hoe bouw je als politiek verslaggever een netwerk op in Washington?
    ,,Het is moeilijk een netwerk op te bouwen in de Amerikaanse politiek. De NOS is voor Amerikaanse politici van geen enkel belang. Als een politicus een afweging maakt om voor de media te verschijnen, denkt hij of zij: “Hoeveel stemmen levert dit me op?” Dan gaat de deur voor Nederlandse nieuwsmedia al snel dicht.

    Het is zaak mensen te vinden die dicht bij belangrijke politieke figuren staan, zoals stafmedewerkers en mediawatchers. Zij kunnen je op de hoogte houden.

    Echter, als er Europese kanten aan een verhaal zitten, willen politici weleens op je afstappen om met je te praten. Zo was er laatst een groep mensen die Anne Frank postuum tot Amerikaanse wilde naturaliseren. Die vertellen hun verhaal dan ook graag aan de Nederlandse pers. En ten tijde van de orkaan Katrina, hielpen Nederlandse instanties de staat Louisiana haar waterwerken te versterken. Dan stapt iemand van het senaat opeens op je af om zijn of haar zegje te doen.

    Met belangrijke bronnen probeer ik het contact te onderhouden. Al moet je als journalist wel een bepaalde afstand tot politici houden om kritisch over ze te kunnen berichten. Daarom is het misschien wel goed dat ik niet zo dichtbij ze sta.”

    Hoe is de interactie met andere correspondenten?
    ,,Ik kom collega’s vaak tegen bij belangrijke persconferenties. Met een paar van hen heb ik contact in mijn vrije tijd. Zo kan ik het goed vinden met Wouter Kurpershoek. Verder werk ik veel ‘s avonds om zo het tijdsverschil met Nederland te overbruggen. Als het hier 1 uur ’s nachts is, is het in Nederland 7 uur ’s ochtends. Daarom borrel ik vrijwel nooit met collega’s.

    De afdeling documentatie van de NOS stuurt mij alles toe wat de Nederlandse pers over Amerika schrijft. Ik houd het werk van de andere correspondenten dus goed in de gaten. Tom-Jan Meeus van het NRC Handelsblad vind ik een hele goede correspondent. “

    Wie zijn je journalistieke voorbeelden?
    ,,Ik vind Wouter Kurpershoek een uitstekende verslaggever. De manier waarop hij het nieuws presenteert, is zeer leerzaam voor me. Oud-correspondent Tim Overdiek is ook een voorbeeld. Hij heeft een geweldige drive en inzet. Tijdens 9/11 maakte hij onvergetelijke radio.”

Nieuw: het Notion Template voor Intentioneel Leven
This is default text for notification bar