Ik zal altijd méér willen. Hoe vaak ik ook in mijn Dankboek schrijf

In mijn zoektocht naar intentioneel leven merk ik dat een spanning tegenkom.

Het is in de psychologie en gedragswetenschappen aangetoond dat het najagen van succes ons niet gelukkig maakt. Ik herken dat uit persoonlijke ervaring. Soms lijk ik wel chronisch ontevreden omdat ik alleen maar denk aan ongerealiseerde dromen. Terwijl ik zoveel heb om dankbaar voor te zijn.

Altijd maar meer willen diende voor de prehistorische mens een duidelijk doel: overleven. Maar in de moderne westerse wereld lijkt het een ideaal recept om structureel ongelukkig te zijn met wat je nog niet hebt.

Als ik streef naar iets wat ik nog niet heb, ben ik per definitie ongelukkig met mijn huidige situatie. Als een hamster in een rad.

Om het nog erger te maken: we weten uit onderzoek en levenservaring dat het behalen van een succes ons alleen maar even een korte kick geeft. Daarna willen we weer meer. Een nieuw huis, een grote promotie: even was ik er blij mee. Toen dacht ik: what’s next?

Zoals Harry Mulisch schreef in De ontdekking van de hemel:

“Als je eindelijk hebt bereikt wat je wilde bereiken, is het niet meer wat je wilde bereiken, maar eenvoudig datgene wat je hebt bereikt. Dan is het vanzelfsprekend geworden. Wat je wint verlies je eigenlijk, welbeschouwd.

Daarom geloof ik zo in het beoefenen van dankbaarheid. Voldoening vindt je door je blik te richten op wat je al wél hebt. Schrijven in mijn Dankboek helpt me daar dagelijks bij.

Maar dat is niet het einde van het verhaal.

Ik zal altijd méér willen…

Hoe vaak ik ook in mijn Dankboek schrijf.

Want het is mens eigen om altijd op zoek te zijn naar nieuwe dingen. Die natuurlijke aard valt niet te ontkennen.

De menselijke drift om meer te willen, om vooruitgang te boeken, brengt ons ook veel goeds. Zowel op individueel als op maatschappelijk niveau. Het streven naar iets, het visualiseren van een toekomst, in opstand komen tegen onrecht: al die activiteiten maken ons mens. Onze dromen en verlangens vormen onze identiteit.

Dat is de spanning die ik bedoelde: ik weet dat het najagen van succes geen voldoening brengt, maar dat streven is tegelijkertijd de basis van menszijn.

Hoe kan ik met die spanning omgaan?

De afgelopen zeven jaar – eigenlijk sinds ik vader werd – heb ik met die vraag geworsteld.

Ik denk dat in de buurt ben gekomen van een antwoord. En dat is niet: onderdruk je verlangens.

De uitdaging zit er denk ik in om te veranderen waar ik naar verlang

In het verleden richtten vrijwel al mijn ambities zich op populariteit en invloed. Méér lezers, méér aandacht op sociale media. Ik zal er nooit genoeg van hebben, want er is altijd wel iemand populairder of invloedrijker. Er is altijd wel iemand om jaloers op te zijn.

Maar als ik zorgvuldiger ben in waar ik naar streef, kan ik wel voldoening vinden.

Als ik streef naar activiteiten die inherent betekenisvol zijn. Zoals het helpen van anderen, tijd doorbrengen met dierbaren, plezier hebben in je werk om de intrinsieke waarde ervan, zorgen voor mensen en dingen om me heen, het leren van nieuwe vaardigheden en contact met mijn directe leefomgeving.

Als ik daar naar streef, ben ik een streber die sowieso succesvol is. Want deze activiteiten zijn inherent waardevol, los van of ik een bepaald punt bereikt.

Het maakt niet uit hoeveel ik geniet van werk of zorg. Het feit dat ik het alleen al doe, heeft betekenis en geeft me daardoor voldoening.

Ik kan dus op een gezonde manier wildambitieus zijn. Daarin volg ik mijn menselijke natuur. Maar evolutionair is het onzinnig om nog te blijven streven naar klassiek statusverhogende concepten. Ik wil ervoor zorgen dat mijn ambities zich richten op betekenisvolle activiteiten.

Naschrift: Dat doe ik aan de hand van oefeningen als het schrijven van een persoonlijk manifest, het maken van een jaarplan, het stellen van wekelijkse vragen aan mezelf en het bijhouden van een dankbaarheidsdagboek. Al deze oefeningen heb ik samengebracht in een digitaal werkboek dat jij ook kunt gebruiken.


Pfauth.com » Intentioneel leven » Ik zal altijd méér willen. Hoe vaak ik ook in mijn Dankboek schrijf